Een gezelschap van musici welke allerlei soorten muziekinstrumenten bespelen noemen we een orkest. Er zijn uiteraard allerhande soorten orkesten te noemen, en we kunnen dan ook op meerdere vlakken een onderscheid maken tussen de verschillende orkesttypes. Zo is er een verschil in samenstelling van een orkest. Denk in dit geval aan een blaasorkest, strijkorkest of fanfare. Ook kun je een onderscheid maken in de grootte van het orkest. Denk bijvoorbeeld aan een huiskamerorkest dat een vrij kleine bezetting heeft, of een symfonieorkest waarin een volledige bezetting optreedt. Daarnaast is er nog een distinctie te maken tussen de soorten muziek dat er wordt gespeeld. Denk in dit geval aan een tango-orkest, een salonorkest of een dansorkest. Je merkt dus wel dat er enorm veel soorten orkesten zijn te onderscheiden. In dit artikel zullen we dan ook een aantal orkesten van wereldformaat overzichtelijk maken.
Koninklijk Concertgebouworkest
Om maar eens dicht bij huis te beginnen noemen we het Koninklijk Concertgebouworkest uit Nederland. Dit symfonieorkest is in 1888 opgericht en heeft Amsterdam als thuisbasis. Samen met het Berliner Philharmoniker en het Wiener Philharmoniker wordt het Koninklijk Concertgebouworkest uit Nederland (hierna KCO genoemd) tot de beste orkesten ter wereld gerekend.
Een van de bijzonderheden en karakteristieken van het KCO is de “fluwelen” strijkersklank. Dit bijzondere geluid wordt grotendeels toegeschreven aan de bijzondere akoestiek van het Nederlandse Concertgebouw. Daarnaast zijn het timbre van de houtblazers en de “gouden” kopersectie van het orkest erg authentiek en herkenbaar. Uitvoeringen uit de laatromantische periode, waaronder muziekstukken van Brahms, Tsjaikovski, Mahler en Bruckner, hebben het KCO dan ook veel bekendheid gebracht en zijn volledig geïntegreerd in het oeuvre van het KCO.
Het KCO heeft een traditie om een aantal jaarlijks terugkerende concerten te geven. Een van de bijzondere en relatief nieuwe tradities is het optreden van het orkest in Theater Heerlen. Dit wordt sinds 2010 gedaan, en in 2012 werd bekendgemaakt dat dit een jaarlijks terugkerend fenomeen ging worden.
Berliner Philharmoniker
Zoals eerder al opgemerkt in dit artikel is het Berliner Philharmoniker eveneens één van de wereldberoemde orkesten die Europa rijk is. Het Berliner Philharmoniker (hierna BPO genoemd) heeft, zoals de naam al doet vermoeden, de Duitse stad Berlijn als standplaats en werd opgericht in 1882. Het is een immens groot orkest met maar liefst 128 musici, chef-dirigent Kirill Petrenko aan het hoofd en Martin Hoffmann als intendant.
Het BPO heeft een roerige geschiedenis, gezien het vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot aan 1989 opgedeeld was in twee “kampen”. Er was het Berliner Philharmoniker, dat toebehoorde aan West-Berlijn, en er waren het Berliner Symphoniker en het Berliner Sinfonie-Orchester, toebehorend aan Oost-Berlijn.
Wiener Philharmoniker
Het in Wenen gevestigde Wiener Philharmoniker is een symfonieorkest dat sinds 1842 bestaat. Het orkest treed echter niet uitsluitend op in de Wiener Musikverein, de thuisbasis van het orkest, maar is daarnaast onder de naam Orchester der Wiener Staatsoper eveneens het orkest van de Weense Staatsopera.
Sinds 1939 is er door Clemens Krauss, de dirigent destijds, besloten om een jaarlijks Nieuwjaarsconcert te geven. Doordat dit concert wereldwijd werd uitgezonden heeft dit het Wiener Philharmoniker wereldfaam gegeven en trekt het meer dan een miljard kijkers en luisteraars.
Het Wiener Philharmoniker heeft een bijzondere selectieprocedure om orkestleden te werven. Een muzikant moet namelijk eerst drie jaar bij de Weense Staatsopera spelen alvorens hij of zij in overweging kan worden genomen voor het Wiener Philharmoniker. Vervolgens beslissen de leden van het orkest of de muzikant zal worden toegelaten. Bijzonder is ook te noemen dat vrouwen voor zeer lange tijd geen lid mochten worden van het orkest, maar dat vanaf 2008 een vrouw dienst doet als eerste concertmeester.
De opstelling van het orkest is eveneens bijzonder te noemen. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van een zogenoemde Duitse opstelling, waarin de contrabassen achteraan geplaatst zijn. Dit draagt bij aan de karakteristieke en herkenbare klank van het Wiener Philharmoniker. De klank behelst een intens geluid van violen, een enigszins laag gestemde hobo, open pauken en zeer krachtige Weense hoorns.